maandag 28 februari 2011

Flapuit

The heat of the moment. Me and my big mouth. Ik flapte het eruit voor ik er zelf erg in had. Geheel terecht vond ik. Maar toch niet slim. Niet tegen hem. Het had duur af kunnen lopen.
Stond bij een kruispunt, vooraan bij het stoplicht. Er was een aanrijding geweest. Hulpdiensten waren ter plaatse. Ik moest eigenlijk linksaf, maar daar was ’t gebeurd. Toen ik daar achter de witte lijn, voor het rode licht stond te wachten kwam hij naar mijn auto gelopen. Ik deed mijn radio uit en het raam naar beneden. Hij schreeuwde tegen mij “wachten jij!  Pas rijden als ik het zeg! ”. Nee, hij zei dat niet op aardige toon, hij bracht het op onaardige wijze en luidkeels uit. Schreeuwend. Mijn antwoord was er uit voor ik er erg in had: “Is goed!”. Ik vertelde hem dat op een zelfde onaardige luide toon. Ik schreeuwde mijn antwoord… Oeps… ik de flapuit. Niet nagedacht… Weer op strenge toon, maar minder luid “Gaan we bijdehand doen mevrouwtje?”. Op vriendelijke toon antwoordde ik hem “nee hoor meneer, maar als u naar mij schreeuwt zonder reden, dan doe ik dat terug”. Hij wilde iets zeggen, slikte het in en zei op vriendelijke toon “u mag doorrijden, rechtdoor graag, linksaf mag nu niet”. “Dank u wel meneer”. Sorry zeggen ging hem iets te ver blijkbaar, maar zijn gezicht sprak boekdelen. Geeft niet hoor meneer, volgende keer even nadenken voor u gaat schreeuwen. Oh, en nog een tip: ‘mevrouwtje’ klinkt een beetje neerbuigend. Ander woord voor kiezen.

zondag 27 februari 2011

Beste overbuurman,

De achterkant van uw huis staat pal aan de gracht, die is een meter of zes breed (meer of minder breed kan ook, ik kan slecht schatten). Aan de overkant van de gracht loopt een stoep, een fietspad en nog een stoep. Dan komt mijn voortuintje.
Ik zat aan mijn eetkamertafel, vanwaar ik zicht heb op de gracht en uw huis. Het was rond één uur vanmiddag. Ik zat te wachten tot mijn oven klaar was en de broodjes warm. Ik vulde de minuten met doelloos naar buiten staren. Ik keek hoe de eenden zich voortbewogen in het water. Hoe zij probeerden de harde wind te trotseren. En opeens verscheen u voor uw raam. En, ik moet eerlijk bekennen: ik schrok van u. U leek vanuit het niets te verschijnen. U stond daar ineens. Uw navel nog net niet tegen het raam van uw schuifpui gedrukt. U veegde de slaap uit uw ogen. Rekte uit, gaapte en draaide weer om. Beste overbuurman, u mag doen in uw huis wat u wilt. Maar… bijna naakt naar buiten kijken, alleen gehuld in een onderbroek en witte sportsokken… Niet doen. Geen goed idee. Schrikken mensen van. Dus, óf alleen gekleed voor het raam verschijnen, óf eerst even naar de sportschool spieren kweken, een heleboel kilo’s afvallen en een beetje bruinen in de zon. Maar zoals vanmiddag… nee!

Met vriendelijke groet,

Uw overbuurvrouw

zaterdag 26 februari 2011

Knippen en verbazen

Sinds vanmorgen kan ik er weer even tegenaan. Qua haar. Knippen en verven was de opdracht aan de kapster. Ik was de eerste klant, ik was tien minuten binnen toen een gezin binnenkwam. Vader, moeder en drie zoons.
Ik zat op de verfstoel. Mijn haar werd ingesmeerd met een bruine drab. Verf. Het gezin had de jassen opgehangen. Vader op een knipstoel. Oudste zoon ook. De andere twee zoons gingen aan tafel zitten. Met hun ipads. Blieb blieb blieb blieb. Geluiden van computerspelletjes uit de hoek. Ik bekeek het tafereeltje. Ze gingen volledig op in hun spelletje. Behendig bestuurden zijn hun platte computers. De kapster was nieuwsgierig naar de leeftijd van de kleine mannen. De moeder antwoordde: bijna 6, net 4 en de jongste was 2,5… Jawel, ook het kleine jongetje van 2,5 was een bedreven gebruiker van de nieuwste computer. Speelde een ‘kleinejongensspelletje’ met autootjes. Zo klein en al zo handig met computers en druk met racespelletjes. Het leek hem ook serieus te irriteren als zijn auto van de baan vloog. Een blij ‘hoera’ als hij het level had uitgespeeld. De tweede generatie Bill Gates-jes. Ik heb ze gezien vandaag. Als ze beroemd worden kan ik zeggen dat ze dezelfde kapper hadden toen ze nog klein waren.

vrijdag 25 februari 2011

Hilarisch huppelen

Goed dat het bestaat. Maar als ik echt zou doen wat het programma mij voorstelt te doen, dan geeft dat hilarische taferelen. Dus, ik hou het klein. Doe een beetje wat hij zegt. Maar toch niet helemaal.
Hoewel het helpt bij het voorkomen van klachten, klik ik het wel eens weg. Gevolg: een steeds roder wordend gezichtje in de onderste balk helemaal rechts. Hoe vaker je hem afwijst, hoe roder hij wordt. Het is dat we geen geluid op onze werkcomputer hebben, maar anders had hij zeker van zich laten horen. De stoom komt nog net niet uit z’n oren als hij vindt dat hij te weinig aandacht heeft gekregen. Maar als ik dan weer zo’n schermpje krijgt en ik bekijk wat ik moet doen… zie je me al gaan? Spreid, sluit, spreid, sluit, spreid, sluit. Zwaaien met je armen alsof je borstcrawl doet, maar dan op het droge. Rollen met je hoofd, vijftien keer naar links, vijftien keer naar rechts. Vijftig meter huppelen. Vijf keer je knieën aanraken met je neus. Maar toch is het best goed om af en toe computerpauze te nemen en je te bewegen. Daar is zo’n anti-RSI-programma hartstikke goed voor. In de tijd dat ik eigenlijk hilarische oefeningen moet doen haal ik koffie. Voor mezelf en voor m’n collega’s. Da’s toch ook bewegen?

donderdag 24 februari 2011

Opgeladen

Ik check iedere avond hoe het ervoor staat. De ene keer leidt dat tot actie. De andere keer niet. Gisteren heb ik niet gekeken. Vandaag heb ik daarvan de gevolgen ondervonden. Nee, is heus geen drama. Maar vind ’t altijd een prettig gevoel om hem bij me te hebben als hij het doet.
Halverwege de dag constateerde ik dat zijn kaarsje bijna opgebrand was. Dus om nog zoveel mogelijk te sparen niet te vaak gekeken op het schermpje. Ik heb hem de hele middag gespaard. Zo min mogelijk belast. Want op de terugreis zou het best handig zijn als hij deed wat hij moest doen. Als er dan iets voorvalt, dan kan je in ieder geval contact leggen met thuis. Vanaf nu heb ik altijd de lader van mijn mobiele telefoon in mijn tas. Voor het geval dat. Kan ik in ieder geval altijd naar huis met het gevoel dat hij te gebruiken is.

woensdag 23 februari 2011

Uiterlijke afwijking

Als je er eentje koopt, dan kijk je in de eerste plaats naar wat hij allemaal kan. Uiterlijk komt pas op de tweede plaats. Zo ook zijn afmetingen in opgevouwen toestand.
Wij hebben hem nu al een jaar of vier. We zijn er erg blij mee. Hoewel zijn uiterlijk toch niet helemaal is wat ik ervan verwachtte. Hij heeft een uiterlijke afwijking waar je geen rekening mee houdt bij de aanschaf. Die je niet ziet op de plaatjes. Je kunt er niets aan doen. Het is niet op te lossen met een doekje terpentine. Dan wordt het er alleen maar lelijker op. Het gaat er wel van weg, maar de vlek die het achterlaat springt nog veel meer in ’t oog. Opbellen naar de leverancier en smeken of ze het er niet op willen plakken heeft weinig zin. Ze worden met massa’s gefabriceerd en ingepakt. Jammer toch, dat laptops altijd beplakt worden met van die lelijke stickers van allerlei ongetwijfeld interessante programma’s en functionaliteiten.  

dinsdag 22 februari 2011

Valse kanarie

De onze was oud. Een jaar of vijf. En dan heeft hij het heel lang volgehouden. Boven onze verwachting. Simpel dingetje. Kostte niet veel. B-merk.
Hij hoeft niet veel te kunnen. Stekker in ’t stopcontact. Vullen tot zover nodig. Knopje omzetten en aan de slag. Dat was zijn takenpakket. Niet meer, niet minder. Hij was niet stuk. Toch hebben we een nieuwe gekocht. Een hypermoderne. Deze kan namelijk hetzelfde als de oude variant maar dan heeft hij ook nog verschillende standen. 40, 60, 80 en 100. De hoogste stand is standaard wat de oude deed. Standje 40 schijnt handig te zijn voor het bereiden van babyvoeding. Dus, al een paar weken zetten wij ons theewater in een gloednieuwe waterkoker. Bekend A-merk. Hij raakt snel aan de kook. En als hij het water heeft opgewarmd tot de ingestelde temperatuur dan laat hij ons dat weten. Met een gezellige pieptoon. We drinken niet enorm veel thee. Hij hoeft slechts één keer per dag zijn dienst te bewijzen. Dat doet hij nog steeds keurig. Hoewel hij ook wat schor aan het worden is. De gezellige, fleurige pieptoon is weg. Zijn ‘het-water-is-op-temperatuur-toontje’ is vergelijkbaar met het geluid van een kanarie die valse noten uitkraamt. Zo’n vogel waar je het liefst de hele dag een handdoek over de kooi laat om te voorkomen dat hij zijn stembanden gaat testen. Zo’n geluid waarvan je kippenvel krijgt. Krassende nagels over een schoolbord. Het piepende geluid van iemand die een ballon knoopt. Volgende keer weer gewoon voor een B-merk. Zonder geluid graag.

maandag 21 februari 2011

Na Sesamstraat

Het duurt vast niet lang meer. Voor m’n hoofd uit elkaar ploft. Ik ben niet van het type ‘de-krant-zegt-dat-het-eraan-komt-en-ik-heb-het-als-eerste’. Vroeger is mij aangeleerd: niet zeuren, aspirine nemen en naar school. Dat idee heb ik nu nog steeds. Alleen ga ik niet meer naar school.
Ik voelde het al aankomen. Vannacht niet zo goed geslapen. Woelen. Warm, koud. Raam open. Toch maar weer dicht. Nog een slokje water. Linkerzij. Rechterzij. De wekker tikte onverstoorbaar door. Hield geen rekening met het feit dat ik wakker was. Dacht niet: owh, ik stop de tijd eventjes, dan komt ze nog aan d’r acht uur slaap. En vanmorgen om half zeven ook geen schrijntje medelijden. Hij deed gewoon alsof zijn neus bloedde en zette een vrolijk vogelgeluidje op. Ik geloof dat ik het een beetje te pakken heb. Heb vandaag gewoon gewerkt. Denk niet dat iemand het heeft gemerkt. Dat ik een beetje grieperig ben. En ook voor morgen geldt: niet zeuren, gewoon naar je werk. Tenzij het echt niet meer gaat. Maar dat lijkt me onmogelijk. Ga maar heel vroeg naar bed vandaag. Na Sesamstraat. Of is dat al af? Oké, nu dan. Goodnight. En morgen weer griepvrij en uitgerust op. Goede doelstelling al zeg ik ’t zelf.

zondag 20 februari 2011

Tijdmachine gezocht

Heb gisteren post gekregen. Geen gewone post, maar ‘oeps-post’. Heb het vaak in de gaten. Dan ben ik er op tijd bij. Dan weet ik zeker dat ik dit soort post niet krijg. Maar nu heb ik toch iets over het hoofd gezien.
Kan de post wel terugsturen. Retour afzender. Wordt het alleen niet beter van. Opbergen in een map ongewenste post of verwijderde items zet ook geen zoden aan de dijk. Zal toch echt de consequenties moeten aanvaarden. Eigen schuld. Terugdraaien kan niet meer. Tenzij iemand vandaag nog een tijdmachine uitvindt die terug kan gaan naar maandagochtend 7 februari rond 09.00 uur. Dan kan ik het overdoen, maar dan wél goed opletten. Iemand? Nee? Was ik al bang voor. Oké. Dan zit er niets anders op dan te erkennen dat ik fout zat. Toegeven dat ik ietsje te hard ging. 93 waar je 80 mocht. Gecorrigeerd 10 kilometer te hard. Inclusief 6 euro administratiekosten moet ik 57 euro overmaken. Meneer de agent, als ik nou beloof dat ik noooooooooit meer te hard rijd. Kunnen we deze rekening dan vergeten? Nee? Was ik al bang voor. Oké.

zaterdag 19 februari 2011

Moddermarinade

Het was alweer een tijd geleden. Acht weken om precies te zijn. Dus het werd weer tijd. Ik word er niet echt knapper van. Sterker nog: de dag dat ik geweest ben zie ik er niet uit. Blijf ik het liefste binnen. En als ik dan toch in het openbaar verschijn heb ik het idee dat iedereen me aankijkt alsof ik er gek uitzie.
In de praktijk valt het reuze mee. Maar gevoelsmatig ligt dat nou eenmaal zo. Rode vlekjes die ik normaal niet heb. Want er komen altijd naaldjes aan te pas. Duurt nooit zo heel lang, maar echt ernaar uitkijken doe ik ook niet. Vanmorgen ben ik weer geschuurd. Waarna ik werd bedolven onder een laag modder. Een rustgevend muziekje op de achtergrond en twintig minuten marineren. Maar ik heb er weer van genoten. De volgende afspraak moet ik nog maken. Doe ik na half april. Dan ben ik vast weer toe aan een opknapbeurt bij de schoonheidsspecialist.

vrijdag 18 februari 2011

Beetje vreemd

Iedereen heeft vast wel eens een moment dat hij bedenkt ‘hoe zou het zijn als ik een … was’. En op de puntjes kan dan van alles staan. Van zeeppompje tot tafelpoot. Van afstandsbediening tot ruitenwisser. Ik had vandaag zo’n moment.
Ik had er eentje vast. Bekeek hem aandachtig. Bedacht me hoe zijn leven eigenlijk verlopen is. Hij begint hoog in de boom. Brengt daar een korte jeugd door. Als hij volwassen wordt verlaat hij zijn warme, zonnige haven. Hij verruilt hem voor een donkere en koele woonplaats. Wordt vervolgens in de spotlights gepresenteerd tussen soortgenoten en verre familieleden. Eerst bedolven onder de ouderen. Als hij dan uiteindelijk de oudste is, ligt hij bovenaan. Hij mag dan eventjes genieten van het uitzicht op ingeblikte collega's. Even later wordt hij meegenomen, ingepakt in een donkere tas. Uitgeladen op een schaal waar hij weer een paar oude bekenden treft. Vervolgens wordt hij door mij bruut ontdaan van zijn beschermlaag en verpulverd in de sapcentrifuge. Dit geeft toch een heel andere kijk op zijn wereld... Nee, ik ben niet doorgedraaid. Ik had gewoon even geen inspiratie. En om dat te krijgen ga ik me dingen afvragen.  Iets ongewoons. Iets geks, iets vreemds, iets wat je anders nooit zou bedenken. En mijn bron van inspiratie was vandaag een sinaasappel. Ik vroeg me af hoe zijn leven verlopen is. Een beetje vreemd (om daarover na te denken), maar wel lekker (een vers sapje).   

donderdag 17 februari 2011

Nog 12...

Na vandaag nog twaalf te gaan. Een dozijn. Twaalf. Het atoomnummer van magnesium. Een Wikiweetje: twaalf is het getal van de perfectie. Want:
-          Er zijn twaalf maanden
-          Er zijn twaalf apostelen
-          Er zijn twaalf uren per half etmaal
Maar ook: Drie en vier zijn volgens de christelijke leer heilige getallen. Daarom is het product hiervan (net als de som: zeven) extra heilig en dus perfect.
Nog twaalf te gaan en dan viert mijn blog haar honderdste tekstje. Tijd om te stoppen? Ga ik het anders doen voortaan? Of gewoon op de ‘oude voet’ verder? Wie een idee heeft mag ’t zeggen. Wat mijn idee is hoor je nog.

woensdag 16 februari 2011

Koekoek

Het eindresultaat zie ik al voor me. Heb alle materialen in huis. Gereedschappen liggen klaar. Heb een korte handleiding gelezen op internet, die geeft niet op al mijn vragen antwoord. En nu? Geen idee. Gewoon maar even proberen is een mogelijkheid, maar zonde van de materialen. Zucht… Op z’n tijd ben ik best creatief. Veel kan ik maken, maar nu dus even niet. Maar toch wil ik die koekoeksklok decoreren. Voor op de meisjeskamer. Heb er twee, dus kan aan de slag. Stofjes uitgezocht, speciale lijm. Het is heus geen echte, het is een nepper. Van MDF. Maak er een spiegeltje op en kapstokhaakjes. Misschien kan het internet me uitleggen hoe ik het hartje in ’t midden uit de stof moet krijgen. Knippen wordt vast niet mooi. Insmeren met lijm, laten drogen en dan uitsnijden? Is een optie. Hoop dat ik snel kan zeggen ‘koekoek gevonden’!

dinsdag 15 februari 2011

Half uur schoon

Ken je dat meisje? Dat altijd vuil was? Als ze in bad was geweest bleef ze maximaal een half uur schoon. En op een dag kwam er visite. Ze was in bad geweest, kreeg schone kleertjes aan. Haar moeder sloot haar op in haar slaapkamertje, want dan was de kans het grootst dat ze schoon bleef. Maar nee hoor. Ze klom uit het raam via de ladder van de schilder. Maar de schilder had haar niet gezien. Hij liet van schrik zijn pot verf over haar heen vallen. En binnen een half uur was zij niet schoon meer.

Dit is niet op waarheid gebaseerd. Tenminste… niet in mijn kennissenkring. Moet toegeven dat mijn dochter het soms ook presteert om bij het ontbijt de appelstroop van haar boterham op haar shirt te smeren. Of dat de beker met karnemelk in gedachten al aan d’r mond hangt, maar in werkelijkheid giet de witte vloeistof over de pasgewassen broek. Dan blijkt zelfs een slab niet te helpen. Al doende leert men. En laten we eerlijk zijn: je ziet nog best wel eens volwassenen bij wie dit ook gebeurt. Mannen die een stropdas dragen en al na één kopje koffie moeten constateren dat de stropdas heeft meegedronken. Mevrouwen die aan de witte blouse te zien een boterham met chocoladehagel naar binnen hebben gewerkt. Maar zo extreem als bij Floddertje, dat zie je niet vaak. Daarom lachen wij ook hartelijk om haar verhaaltjes. Vandaag het boek gekregen. Wat zijn we er blij mee. Bedankt lieve collega! 

maandag 14 februari 2011

Breigaren

Brei jij de eigen truien? En ‘verras’ je daar ook anderen mee? Die semi-blij de trui in ontvangst neemt om hem dan zonder jou daarover in te lichten heel diep weg te stoppen in een kast. Zo’n kast waar hij nooit meer uitkomt? Heb wel eens iemand gehoord (ik noem geen namen) die zo’n trui iedere keer als de knappe maakster op visite kwam aan de waslijn hing. Om maar net te doen alsof de trui heel veel gedragen werd. Nou, ben jij nou zo’n maakster. Voel jij je één met het breigaren, zelfs zo erg dat je zelf breigaren geworden bent? Dan krijg je deze week 25% korting. En om het nog iets duidelijker te maken: de halfnaakte meneer met die gephotoshopte spierballen in dat strakke broekje is geen prototype breigaren.


zondag 13 februari 2011

Baas Klus

Ik lees niet veel. Maar áls ik dan lees. Dan lees ik het boek maar één keer. Dan is de lol of de spanning eraf. Het verdwijnt in een kast. Zo ook met films. Eén keer kijken is genoeg. Dan hoeft het niet meer. Tenzij er meer dan vijf jaar tussenzit en ik niet meer weet waar ’t over ging.
Ik verbaas me er dan ook iedere keer weer over, dat zij dag in dag uit geobsedeerd is door hetzelfde filmpje van Pieter Post. Als ze aan het einde van de middag even een half uurtje naar de televisie mag kijken. Is aan haar de keuze welk filmpje we opzetten. En elke dag weer, kiest ze voor hetzelfde filmpje. Al weken horen wij de sympathieke postbode Pieter en zijn zoon Julian over een vliegerwedstrijd. En elke keer weer is Smoes de kat zo oenig om aan een vlieger te blijven hangen, waardoor ze door de lucht vliegt. Gelukkig is Baas Klus in de buurt en schiet ook buurmeisje Mira te hulp. Ze kan hem al bijna meepraten. Zo ook het voorleesverhaaltje voor het slapengaan. Ook weer een keuzemoment. En ja hoor, het verrast niet meer. Een boekje van Nijntje met daarin haar eigen naam. De eerste pagina heeft ze al ‘gelezen’ voordat het boek überhaupt opengeslagen is: “op een dag, wordt er op de deur geklopt”. Om het verhaal voor jezelf nog een beetje leuk te maken, bedenk je er wel eens iets bij. Of als het allang bedtijd is geweest laat je wat weg. Maar in beide gevallen geldt: ze heeft het door. Kijkt je aan en zegt “nee, nee”. Een wonderlijk fenomeen toch, continu herhalen. In de volwassenwereld is herhaling de kracht van de reclame… Hoewel we daar snel op uitgekeken zijn.

zaterdag 12 februari 2011

Marktkraam

Vandaag ontdekt dat we heel veel hebben. Wist het eigenlijk wel. Maar had het weggestopt. Kwam erachter toen ik er nog iets bij wilde stoppen. Het zit allemaal in een hele grote curverbox. De grootste die we konden vinden.
We kunnen bijna wel een winkeltje beginnen. Met alle rammelaars, beren en ander speelgoed. Voor we aan kinderen begonnen nooit gedacht dat het zo’n hoeveelheid kon worden. Eerlijk is eerlijk. Ze heeft overal mee gespeeld. Overal lol mee gehad. En van veel ook wat geleerd. Maar ja… d’r kwam ook steeds een ‘ik-ben-er-op-uitgekeken-moment’. Onvermijdelijk. Het bleef lang in de speelgoedkist liggen. Tot het naar de grote curverbox verhuisde. En zo raakte ze ook uitgekeken op het speelgoed dat daarna volgde. En ook op dat daarna. Ik ben de tel kwijt, geen idee aan het hoeveelste assortiment we nu bezig zijn. Het assortiment nu is veel ingewikkelder en uitdagender dan het eerste. Dat is zeker. Momenteel is ze druk moedertje aan het spelen. Haar poppen krijgen spenen en flesjes op z’n tijd. Mogen een rondje in de kinderwagen. Moeten een middagslaapje doen. Krijgen een welterustenknuffel en worden zelfs voorgelezen. Dat houdt ze vast nog wel een tijdje vol. Als haar broertje of zusje is uitgekeken op het speelgoed, dan ga ik een marktkraam huren. Om weer een beetje ruimte te creëren op zolder. Iemand interesse om mee te gaan?

vrijdag 11 februari 2011

Out of order

Zomaar een vrijdag. Een heel gewone vrijdag. Vandaag. Het begon er al mee, het ging de hele dag door en nu nog steeds. Ken je dat? Je wasmachine gaat stuk en dezelfde dag ook je droger. Nou is het dat niet. In mijn geval is het een stuk minder erg. Maar ’t is wel 'out of order'. Tijdelijk uitgeschakeld.
Vanmorgen begon het met de lamp op de overloop. Ik zet hem aan. Als altijd. Gewoon knopje indrukken, niets bijzonders. Hij ging aan, maakte geluid alsof er kortsluiting was en toen werd het weer donker. Misschien had ik het toen al moeten weten. Dat vandaag geen gewone werkdag zou worden. Werd het ook niet. Allerlei brandjes om te blussen, allerlei ‘adhocjes’ die directe aandacht vereisten. Zo’n dag hoort er af en toe gewoon even bij. Niet erg, ook wel weer spannend en leuk in zekere zin. Hoewel m’n planning hierdoor ook even 'out of order' was. Maar dat lost zich volgende week wel weer op. Maar het lijkt toch nog niet helemaal opgehouden… Hij piepte al nooit, maar stel dat hij dat wel zou doen, dan deed hij dat nu niet meer. Hij ligt er zielig bij. Hopeloos. Werkloos. Hij kan niets meer. Beweegt niet meer zoals hij dat altijd deed. Als ik hem daartoe aanzette. Hij is op. Hopelijk is het maar tijdelijk. Want dat touchscreentje waarmee ik nu de muisaanwijzer over m’n scherm moet bewegen maakt me nerveus. Zo maar eens op naar zolder om een nieuwe batterij te halen voor m’n muis. En ik hoor net dat ik niet de enige ben. Hij heeft ook iets dat 'out of order' is. De voorlamp van z’n auto. Voor de autolampverkopers in het winkelcentrum. Hij is nu onderweg voor een nieuwe. Leg maar alvast klaar. Voorlampje voor een Ford.

donderdag 10 februari 2011

Effe kappuh

Wij naar winkel gaan. Eten netjes jij. Gooien niet mag. Opruim speelgoed. Buiten aan jas. Effe kappuh nou. Zonder papa mama niet weg op. Jij te klein voor buiten spelen alleen. Huh? Geen zorgen, zie heus wel dat de zinnetjes niet goed zijn.
Ik kreeg vandaag een nieuwsbrief in m’n inbox. Van een luierfabrikant in samenwerking met opvoedexperts. Krijg de nieuwsbrief iedere maand. Staan tips en adviezen in. Past bij de leeftijd van je kind. Soms zijn de artikeltjes best interessant. Andere keren kan ik al koppensnellend constateren dat er weinig interessants te lezen valt. Vandaag de jouw-kind-is-25-maanden-nieuwsbrief. Eentje van de “Stichting open deur” in mijn beleving. Over taalontwikkeling. Je moet je kind het goede voorbeeld geven qua taalgebruik en zinsconstructies. Goede tip toch? Er staat ook een hele valide reden bij waarom je dat zou moeten doen: “dat hoef je het taalgebruik later minder te corrigeren”. Tja… Ikke begrijp. Maar, als je de taal nou niet helemaal juist gebruikt en je bent je daar niet van bewust. Hoe kan je dan corrigeren? Bovendien is onze taal toch al aan verandering onderhevig. Zo kijk ik niet raar op als iemand “hun hebben” tegen mij zegt. Schijnt te mogen tegenwoordig. Ach… nieuwsbrief verwijderd. Ik doe gewoon mijn ding. M’n gevoel volgen is vaak het beste. Tegen dit soort tips zeg ik: kappuh nou! Volgende keer weer een interessante nieuwsbrief?

woensdag 9 februari 2011

Kleine zee

Waarom er bankjes staan op de parkeerplaats van het grote Zweedse warenhuis heb ik nooit begrepen. Tot vandaag. Woensdagochtend leek mij een prima tijdstip om mij naar het warenhuis te begeven. Dan is het niet zo druk, dacht ik.
Het parkeerterrein was redelijk gevuld, maar geen zaterdagdrukte. Gordijnen aangeschaft, nieuw dekbed en twee dekbedovertrekken. Allemaal voor de nieuwe meisjeskamer. Had de kortste route genomen. Was in twintig minuten klaar. Door het zelfbedieningsmagazijn, naar kassa. Voor mij een echtpaar. Ze hadden geen winkelwagen, maar zo’n kar voor groot materieel. Imposant volgestapeld met platte dozen. Waarschijnlijk kasten. Bovenop prijkten een paar glazen vaasjes met nepbloemen, gezellige rode kussentjes en waxinelichtjes. Mevrouw vroeg zich hardop af of dit allemaal wel in de auto ging passen. Meneer twijfelde daar geen moment aan. De achterbank plat en moet je eens kijken wat een zee van ruimte dan ontstaat. Met gefronste wenkbrauwen en een diepe zucht accepteerde zij de woorden van haar man. Ze rekenden af en vertrokken naar hun auto. Ik was aan de beurt. Pinnen, inladen en naar de parkeerplaats. Daar aangekomen trof ik weer het echtpaar. Drie auto’s verder. De achterbank was inmiddels ingeklapt. De grootste doos werd als eerste de auto ingeschoven… Voor de helft… Want de ‘zee van ruimte’ bleek minder ruim dan gedacht. Hij gromde. Liep rood aan. Zuchtte geïrriteerd. Zij durfde niets te zeggen, hield krampachtig de vaasjes vast. Doos weer uit de auto. Andersom… Maar daar werd de doos niet kleiner van en de achterbak niet groter. Diagonaal. Hij ging er wel iets verder in, maar dan paste de rest niet…. Hoewel ik het best een uurtje had kunnen uithouden op het bankje op de parkeerplaats, heb ik mijn achterklep gesloten en ben ik naar huis gereden. Kind had trek in een boterham. Meneer, mevrouw, als één van u dit leest: hoe is het afgelopen?

dinsdag 8 februari 2011

Dubbelgoed

Hij is wit. Zacht. Twee oortjes. Vier poten. Ongeveer 30 cm groot. Best een beetje dik. Vriendelijk gezicht. Knuffelbaar ook. Ik begrijp best dat ze hem heel erg leuk vindt. Maar ik ben er te groot voor. Om met een knuffelbeer te slapen.
Ze heeft een knuffelkonijn. Die is samen met de witte ijsbeer favoriet. Ze slaapt met allebei. Met één van de twee lijkt slapen onmogelijk. Beide zijn nodig. Het konijn komt bij een groot warenhuis vandaag. Hij is van Zweedse makelij. We hebben er drie. Eén in haar bed. Twee in de kast als reserve. Van beer hebben we ook nog een extra exemplaar. Enige probleem is dat het een look-a-like is. Hij is namelijk bruin van kleur. Niet sneeuwwit zoals d’r lieveling. En ik weet niet of het door de kleur komt. Maar de bruine is lang zo leuk en lief niet als de witte. Misschien moeten we toch maar eens op zoek naar een witte eeneiige tweelingbroer. Gewoon voor de zekerheid. Kwijtraken zal niet snel lukken. Hij blijft namelijk in haar bed. Maar als ik af en toe zie hoe ze hem al slapend fijnknijpt, is er best een kansje aanwezig dat beer het op een gegeven moment begeeft. Of dat hij het met drie poten moet doen. En dan is een extra exemplaar toch geen verkeerd idee. Labeltje bestudeerd. Hij blijkt redelijk makkelijk te vinden. Is mascotte van een goed doel. Binnenkort maar eens bestellen. Doen we wat goeds voor onszelf en we steunen een goed doel. Dubbelgoed! Of beter gezegd: 'kikagoed'! 

maandag 7 februari 2011

FC Knudde

Brug open. Normaal niet leuk. Vandaag wel grappig. Ik stond stil en had goed zicht op het naast de weg gelegen trainingsveld. Een herenteam. Gehuld in zwarte trainingspakken. De helft van de heren droeg er een rood vest over, de andere helft een gele. Ze speelden tegen elkaar.
Ik ben een voetballiefhebber bij gelegenheid. Alleen bij interessante wedstrijden van ‘onze jongens’ zap ik op tijd naar de juiste zender. Een EK en WK vind ik leuk na de poolfase. Maar vandaag was ik toch heel even een voetballiefhebber. Het duurde slechts een paar minuten, maar ik genoot van de wedstrijd. Rood tegen geel. Zes tegen zes. Geel probeerde als eerste bij het doel van rood te komen. Het schot op doel was niet een klein beetje naast. Ze moesten de bal van het naastgelegen veldje halen. Zo’n 30 meter naast het doel. Toen was het de beurt aan rood. Verwoeste pogingen om bij het gele doel te komen. Ondanks een ogenschijnlijk hard schot van een meneer gehuld in geel, waarbij hij heel erg zijn best deed om de bal recht voor zich uit te trappen, rolde de bal met een sneltreinvaart de zijlijn over. De harde zijwind speelde hen parten. Enorm geestig gezicht, twee keepers die het net van het doel uit hun gezicht probeerden te houden. Tien veldspelers die bijna niet vooruitkwamen met tegenwind en die zichzelf voorbij renden met wind mee. De bal die ondanks heel tactische bewegingen van de spelers moeiteloos het pad van de wind koos. De heren kunnen vast wel een leuk potje voetballen, maar met deze windkracht was FC Knudde er niets bij.

zondag 6 februari 2011

Lastige spaties

Wel eens productverpakkingen grondig gelezen? Reclamefolders? Daar vind je de meest hilarische teksten. Zo heeft een bakproductengigant het over ‘gebak mixen’. Als je écht zou doen wat er staat, dan gooi je je slagroom- of appeltaart in je keukenmachine en mixen maar. Hoogste stand, geeft de meeste rommel. Binnen een paar seconden is de taart onherkenbaar veranderd. Qua uiterlijk. Diezelfde bakproductengigant heeft het over ‘gebak specialiteiten’. Goed lezen, ook hier klopt iets niet.


Voor de oosterse specialiteiten die uit onze keuken komen, gebruiken wij wel eens mie. Dat is fijn. Ook volgens de verpakking. Daar staat namelijk ‘Fijne mie nestjes’. Twee spaties teveel. Grappig, dat de nestjes van mie het zo fijn hebben met elkaar. Maar ze heten toch echt fijnemienestjes.


En een grote supermarkt heeft wel een heel leuke actie bedacht: Geitenkaas plakken. Leuk! Er staat niet bij waar je ze op moet plakken, misschien dat je dat in de winkel te weten komt. En, dan zeg ik niets over de oude en nieuwe prijs...
Lastig hé?! Die spaties.

zaterdag 5 februari 2011

We've got him!

Jaren heb ik uitgekeken naar dit moment. Eindelijk! Vanmorgen bij het opstaan had ik nog geen idee wat mij te wachten stond. Een promotiedame in de supermarkt had de eer om mij het goede nieuws te vertellen. Mijn hart sloeg over van geluk. Ik kon mijzelf nog net in de hand houden, maar het had niet veel gescheeld of ik sprong een gat in de lucht van blijdschap.
Het zal de komende tijd gespreksonderwerp nummer één zijn op feesten en partijen. Ieders ergernis top-10 is vandaag met één gereduceerd. Jammer voor alle stichtingen die papier inzamelden, jullie moeten het met minder doen. Jammer voor alle kleuters die er prachtige kunstwerken van maakten, ga maar op zoek naar andere materialen. Jammer voor alle bomen die we nu toch moeten kappen omdat we minder hoeven te recyclen. Fijn voor mij, want elke keer platvouwen en in de papierbak gooien werd me echt te veel de laatste tijd. Scheelt enorm in aantal ritjes naar de afvalinzameling. Dit voorziet in ieders behoefte. Misschien moeten we deze introductiedag maar promoveren tot nationale feestdag. Dat we er ieder jaar even bij stilstaan hoe lastig het was tot vandaag. Een grote, bekende fabrikant heeft een enorme slag geslagen. Andere merken kunnen hun productielijn wel stopzetten. Dit overtreft alles. Ladies and gentlemen, we’ve got him:  De oplosbare toiletrol… Jawel! Vanaf vandaag hoef je een lege rol niet meer naast je kraantje te zetten om hem vervolgens in de krantenbak te gooien. Nee, je gooit ‘em gewoon in je toilet, doorspoelen en klaar. Lost meteen op. Fantastisch toch? Of draaf ik door?   

vrijdag 4 februari 2011

Coupe windhoos

Vanmorgen móest ik tanken. Anders had ik geen enkele kans om op mijn werk te komen. Ik reed al bijna op z’n reserve. Gistermiddag had ik het ook kunnen doen, maar toen regende het. En om te voorkomen dat ik nat werd, uitgesteld tot vandaag.
Wat ik gisteren niet wist, was dat het vandaag ging stormen. Orkaanachtige taferelen. Maar ja, uitstellen was nu geen optie meer. Dus daar stond ik dan. Probeerde mezelf uit alle macht op de been te houden. Bij een tankstation is het altijd tochtig, het lijkt er altijd wel harder te waaien. Plastic handschoentje aan, tankdop d’r af en tanken. Mijn pasgeföhnde haar veranderde in coupe windhoos. Ik tankte precies 38,63 liter. De mevrouw van de kassa vond dat niet precies genoeg. Je krijgt namelijk extra punten bij een rond getal. Dan had ik moeten stoppen bij 30,00. Wat ik niet handig vond, omdat ik dan eerder weer moest tanken. Ik kreeg een ik-begrijp-je-niet ‘oké’ als antwoord. Met deze actie proberen ze zich te onderscheiden van de rest. Heel goed. Ik heb nog een tip om je te onderscheiden: uit-de-wind-en-regen-tanken. Een binnentankstation. Moet er alleen wel worden nagedacht over afzuiging. Anno 2011 is daar vast wel een oplossing voor. Of is dat ongunstig voor de benzineprijs? Vooralsnog neem ik maatregelen op stormachtige-ik-moet-tanken-dagen: een föhn in m’n tas, kan ik mijn haar weer in model brengen.  

donderdag 3 februari 2011

Mandolinea

Ik zat een heerlijke sinaasappel te eten.
Vanmiddag op kantoor.
“Oh ja, ik heb ook nog zo’n ding”.
Door mij herinnerde ze zichzelf aan het ding.
Een collega.
Ik: “wat voor ding?”
Zij: “nou, zo’n ehhh….”
Stilte.
Ze graait in haar tas.
Vraagtekens op mijn voorhoofd.
Zij: “ach, je weet wel, zo’n….”
Weer een stilte.
Zij: “een Mandoline!”
Ik: “een wat?”
Zij: “oh, nou zeg ik het weer verkeerd. Een Mandolinea”
Het ding werd eindelijk gevonden.
Oranje. Rond.
Vertoont sterke overeenkomsten met een sinaasappel.
Maar dit is van een gekruist soort.
Een kruising tussen een mandarijn en een pompelmoes.
Ik: “oh, je bedoelt een Mineola!”
We barstten allebei in lachen uit.
Schaterlachen. We konden niet meer stoppen.
Tranen over onze wangen.
Eigenlijk hing de meligheid al de hele dag in de lucht.
Het had alles kunnen zijn.
Maar de Mineola was het laatste druppeltje.

woensdag 2 februari 2011

Speedy Gonzales

Ik stond boven. Eén trap, negentien treden en een paar stappen verwijderd van de voordeur. Dus als dan de deurbel gaat, ben je er redelijk snel bij. Wij hebben geen vloerbedekking op onze trap. Dus als je op je hakken naar beneden stormt om de deur te openen, dan hoor je dat buiten. Hij hoorde het niet, ik was bijna te laat.
Wij hebben een snelle pakkettenpostbode. Een Speedy Gonzalez eerste klas. Op zich begrijpelijk. Als de ronde klaar is, mag hij naar huis. Hoe sneller, hoe beter. Maar als je niet in een paar seconden je deur opent, staat hij al bij de buren. Al een paar keer gehad, dat ik de deur opende op het moment dat hij net had aangebeld bij de buurvrouw. Stond de buurvrouw voor niets buiten. En, andersom is het ook al een paar keer gelukt, waren de buren niet snel genoeg met opendoen. Gisteren had hij nog net niet aangebeld bij de buren toen ik opendeed. Hij overhandigde mij het pakje. Ik moest een handtekening zetten. Die is niet gelukt, want al na één streep trok hij het apparaatje weg met de mededeling dat het goed was zo. Ach, het maakt mij allemaal niet zoveel uit. Ben allang blij dat hij besloten heeft ’s avonds rond zevenen onze straat aan te doen met zijn pakketjes. Staat hij minder vaak voor een dichte deur. Hoeven wij bijna nooit naar het postkantoor om de gemiste pakketten op te halen. Als de bel rond zevenen gaat, dan doen wij “Miep, miep!” open.

dinsdag 1 februari 2011

Zangtalent

Wij hebben een zang- en danstalent in huis. Waarschijnlijk zijn wij de enige die vinden dat zij de “Hollands-next-dans-en-zing-talent-X-factor” heeft. Dat vindt elke ouder van zijn kind. Daar heb je geen jury voor nodig.
“Hoofd schouders knieën teen knieën teen”… Wie kent ‘em niet. Ook als je de tekst niet goed verstaat, maakt het dansje herkenbaar om welk liedje het gaat. “Hoedje van papier" kan ze goed uitspreken, dus die herkennen we ook. Op de crèche is zingen dagelijkse kost. En aangezien ze dat erg leuk vindt, doet ze dat thuis ook. Of ze nou een hoge of een lage toon inzet, ze verwacht dat wij meteen met haar meezingen. Vaak lukt ‘t. Maar haar verwachtingsvolle blik wordt ook wel eens beantwoord met een hoop vraagtekens. Soms, als ze het een paar keer heeft gezongen, heb ik zo’n ‘aha-moment’. Dan hoor ik opeens een bekende klank of een bekend woord. Maar er zijn nog steeds van die liedjes… Hoog tijd dat ik me er eens in ga verdiepen. Een CD met 30 kinderliedjes ligt in de kast. Zoek ik op Youtube een filmpje met het bijbehorende dansje. Binnenkort start ik met een zelfstudie. Benieuwd of ik een snelle leerling ben op dit vlak. Met de teksten van de nu veelgedraaide nummers op de radio wil het niet zo lukken. En dat terwijl ik minimaal twee uur per dag radio luister. Hopelijk baart oefening kunst.