woensdag 27 april 2011

Tapered, fit, hawk

Rogar, Platoon S Sol, Trigger L Sol, Platoon L Copa, Fallon, Trash L Sol, Low Crotch, Radical L Sol, Engine L Rib, Coder Pant Brooklyn, Morris Cable, Arc Pant Hawk, Scuba cable, Heritage 96 format, Morris Walker, Coder Optical, Radar Base… Deze opsomming is nog niet compleet, er zijn nog meer namen.  
Er volgt nog een ‘fit’. Loose fit, Tapered fit, regular fit, straight fit. En een kleur: Crushed black, destroy, rider wash, raw, hawk denim… Even uitzoeken is er niet meer bij. Snel kiezen is lastig. En dan de namen, fits en kleuren. Als je ze allemaal bekeken hebt, dan ben je alweer kwijt welke ingenieuze naam ook alweer het mooiste was. Dan nog bedenken welke ‘fit’ het beste bij je past. Of moet ‘fit’ passen bij de conditie van je lichaam? Kleuren als lichtblauw, blauw en donkerblauw gebruiken we niet meer. Daarvoor hebben we termen die veel moderner klinken. Toen ik vanaf de bank aanhoorde wat er allemaal te krijgen was, dacht ik in eerste instantie dat hij marineschepen opsomde. Toen er ook nog termen als ‘hawk’ en ‘radar base’ of tafel vlogen was ik in de veronderstelling dat het ging over legereenheden. Maar nee. Het gaat hier over iets heel gewoons met een heel ongewone naam, een pasvorm die ‘fit’ heet en een kleur die ik nog nooit in de regenboog heb gezien. Gelukkig zag hij door de bomen het bos nog. Benieuwd wat voor spijkerbroek de postbode morgen aflevert. 

donderdag 21 april 2011

Whats in a name

Luxe benamingen. Wij hebben er in Nederland een handje van. Als je tegenwoordig het huishouden doet heet dat “interieur verzorgen”. En zo zijn er nog tal van voorbeelden. Hoorde vandaag een voor mij nieuwe luxe benaming.
Vroeger heette een tentdak met vier staanders en een paar buizen bovenin een partytent. Alsof het ding alleen maar bestemd was voor party’s. Hoe vaak zie je niet een partyloze tuin met zo tentdak boven ’t terras. Volgens mij is de voornaamste bestaansreden van ’t ding dat hij wat schaduw brengt. En eventueel is hij ook nog wel bereid om ervoor te zorgen dat je droog buiten kunt zitten als ’t regent. Vandaag de dag noemen wij een partytent geen ‘partytent’ meer. Het ding is namelijk multifunctioneel gebleken en daarbij hoort anno 2011 een luxueuze benaming: “terraspaviljoen”. Hij is gepromoveerd. Volgens architecten is een paviljoen een losstaand gebouw, ofwel een bijgebouw. Als je het zo bekijkt is mijn schuur ook een paviljoen. Staat los van m’n huis ergens achter in de tuin. Zo’n polyesterdoek gespannen over een stalen frame mag tegenwoordig dus ook gezien worden als bijgebouw? Heeft dat ook een gunstige invloed op de vraagprijs van m’n huis? Hoe meer ruimte hoe hoger de prijs toch? Of draven we nu een beetje door. Whatever… Ga m’n huis toch niet verkopen J.

maandag 11 april 2011

Twijfel niet nodig, part two

Weet je nog? Dat je niet hoefde te twijfelen? Het is een ‘hij’ geworden. Zaterdagochtend heel vroeg zag hij het levenslicht. Om vijf minuten over twee. En dat was twee uur nadat hij zich aandiende. Snel geboren. Thuis.
Hij heeft een Italiaanse naam gekregen. Omdat zijn grote zus ook een Italiaanse naam heeft. Zij heet Dante. Dat is eigenlijk een jongensnaam. Wij vonden het ook leuk voor een meisje. Haar naam komt van Dante Alighieri, een filosoof. Een nationale held in Italië. Eén van de grootste schrijvers van de Europese middeleeuwen. Op 9 april kreeg haar broertje ook een Italiaanse naam, Gian. Geïnspireerd door de welbekende Gian Lorenzo Bernini. Beeldhouwer en Architect. In Italië kennen ze geen ‘G’ zoals wij die kennen. Zij spreken Gian uit als “djan”. Wij hebben het vernederlandst naar “giejan”. Natuurlijk zal het best voorkomen dat het even stil is voor zijn naam wordt opgelezen van een lijst. Hoe spreek je het uit? Natuurlijk gebeurt het dan ook dat het verkeerd wordt uitgesproken. Maar toch heeft het ons niet weerhouden. Om onze mooie, gezonde zoon de naam Gian te geven. Alles gaat goed. Alles is goed. Voor de tweede keer kreeg onze liefde handjes en voetjes. Wij genieten van ons tweede geluk.

donderdag 7 april 2011

Leeg papier

Valt het op? Dat ik niet zo actief meer ben? Kan er niets aan doen. Ben kwijt hoe ik aan inspiratie kwam. Een leeg vel papier had ik vaak zo gevuld. Ik maakte ook iedere dag iets mee. Nu is dat anders.
Het velletje blijft leeg. Ik kan er uren naar kijken. Maak er tekeningetjes op. Maar ook die helpen niet. Sinds een week of drie zit ik thuis. Verlof. Ik geniet er van. Dag in dag uit. Lekker tijd voor mezelf. Doen wat ik al heel lang wilde doen. Mijn wereld is iets kleiner geworden. Voorheen reed ik iedere dag naar kantoor. Deed ik inspiratie op in de file. Op kantoor of heel ergens anders. Mijn wereldje nu is thuis. Ik doe de boodschappen, maar om nou elke dag een blog te maken over de supermarché wordt ook zo saai. Leest niemand. Het komt vast wel weer. Maar nu even niet. Heb even blogverlof. Weet niet hoe lang die duurt. Maar ik beloof, dat als ik een leuk onderwerp heb, ik niet zal schromen om het te plaatsen op mijn site. Want bloggen blijft leuk. Verlof of niet.

maandag 4 april 2011

Oahnbiedung

Een grote winkel. Vanmorgen. Ik rekende af. De mevrouw van de kassa zat met frisse tegenzin op haar werk. Een diepe zucht. Met moeite zei ze gedag.

Ik moest mijn uiterste best doen om de mevrouw goed te verstaan. En dat kwam niet door het volume van haar stem. Maar door haar taalgebruik. Ze praatte nogal ‘plat’. “Mogge! Wai hebbe een oahnbiedung, as u nou je meeladres hierloaht, dan ken u ven mai een heule mooie bootskeppetas kraige”. Het duurde even voor tot me doordrong wat ze mij vertelde. Ondertussen had zij de boodschappentas al tevoorschijn getoverd. Een exemplaar opvallend voorzien van logo’s van de winkel. Knalkleur, opzichtig reclamemateriaal. Bedankt voor het aanbod. Ik heb al een boodschappentas. Ik neem mijn aankopen zo mee. Zonder tas. “Nou, u mot het zelluf wetuh, faine dag nog”. U ook een fijne dag mevrouw.