maandag 7 november 2011

Voor mij?

Ik zie sterretjes. Het is niet omdat ik op mijn rug in mijn achtertuin naar de hemel lig te staren. Maar ik zie ze wel. Net alsof ik heel hard mijn hoofd heb gestoten. Het was op een lange weg. Maximaal 80. Met minstens 20 paar rode achterlichtjes voor mij reed ik daar. De voorste reed waarschijnlijk precies de toegestane snelheid. We sukkelden achter elkaar aan. Een gangetje van 70. Waarschijnlijk allemaal mensen die, net als ik, terug naar huis reden. Het was donker. Hier en daar een lantaarnpaal die verlichting bracht. Tegenliggers met felle lampen. De eerste tegenligger knipperde met zijn lampen. Die reed door een kuil, dacht ik. De volgende hetzelfde. Bij de derde viel het op. Zoveel kuilen zitten er toch niet in de weg? Bij de vierde dacht ik dat het voor de auto voor mij was bedoeld. Of voor degene achter mij. Maar toen zij allebei afsloegen en het seinen bleef aanhouden… controle? Waarschuwden ze voor een politiewagen die verdekt opgesteld in de berm stond? Maar, ook op de volgende weg bleef het maar doorgaan. Was het dan toch voor mij bedoeld? Mijn lichten staan aan toch? Tenminste, het lijkt er wel op. Het lampje op mijn dashboard verteld mij dat ze toch echt aanstaan. Maar… ohw… zeg dat dan! Een van mijn koplampen schijnt niet meer. Met dank aan een heleboel oplettende weggebruikers, die blijkbaar het beste voorhebben met hun medechauffeurs. Ik laat hem morgen repareren. Morgen hoeven jullie dus niet meer te seinen, ik zie nog steeds sterretjes van alle felle lampen. Ik weet het nu. Komt goed.