donderdag 14 juli 2011

Peuterproof longdrinkglas

Mijn dochter is 2,5. Een peuter, die ’grotemensendingen’ machtig interessant vindt. Waar een hoop grote mensen een hekel aan hebben, strijken, vindt zij fantastisch. Als mama of papa gaat strijken wil ze maar al te graag meehelpen. Met haar eigen, knalroze, plastic strijkijzer levert ze vouw- en kreukloos de theedoeken en dweiltjes op.
Nog zo’n ding. Drinken uit een groot glas. Niet zo’n klein plastic bekertje. Allang niet meer interessant. Nee, het echte werk. Een ‘longdrinkglas’. Mijn glas is het einde, wil zij ook. Ik leg uit dat ze voorzichtig moet zijn met glazen, want als ze vallen gaan ze stuk. Uiteindelijk valt dat glas natuurlijk op de grond, maar… opvoeddilemma: niet stuk. Het glas blijft heel. Leg dat maar eens uit, dat glazen soms niet stuk gaan als ze vallen. Voor de zekerheid heeft ze nu haar eigen peuterproof longdrinkglas. Plastic. Vandaag was het opeens een paar minuten muisstil in huis, als ik na een paar minuten toch maar eens ga kijken wat er in de keuken gaande is, tref ik de inhoud van de net aangeschafte tissuedoos op de grond. Overal sneeuwwitte propjes. Als ik vraag waarom alle tissues uit de doos zijn, geeft zij een heel logisch antwoord: “moet onderaan beginnen mama”. Doen we tenslotte ook met aankleden. Eerst een hemd, dan een shirt. Onderaan beginnen. Peuterlogica.

1 opmerking: