woensdag 9 februari 2011

Kleine zee

Waarom er bankjes staan op de parkeerplaats van het grote Zweedse warenhuis heb ik nooit begrepen. Tot vandaag. Woensdagochtend leek mij een prima tijdstip om mij naar het warenhuis te begeven. Dan is het niet zo druk, dacht ik.
Het parkeerterrein was redelijk gevuld, maar geen zaterdagdrukte. Gordijnen aangeschaft, nieuw dekbed en twee dekbedovertrekken. Allemaal voor de nieuwe meisjeskamer. Had de kortste route genomen. Was in twintig minuten klaar. Door het zelfbedieningsmagazijn, naar kassa. Voor mij een echtpaar. Ze hadden geen winkelwagen, maar zo’n kar voor groot materieel. Imposant volgestapeld met platte dozen. Waarschijnlijk kasten. Bovenop prijkten een paar glazen vaasjes met nepbloemen, gezellige rode kussentjes en waxinelichtjes. Mevrouw vroeg zich hardop af of dit allemaal wel in de auto ging passen. Meneer twijfelde daar geen moment aan. De achterbank plat en moet je eens kijken wat een zee van ruimte dan ontstaat. Met gefronste wenkbrauwen en een diepe zucht accepteerde zij de woorden van haar man. Ze rekenden af en vertrokken naar hun auto. Ik was aan de beurt. Pinnen, inladen en naar de parkeerplaats. Daar aangekomen trof ik weer het echtpaar. Drie auto’s verder. De achterbank was inmiddels ingeklapt. De grootste doos werd als eerste de auto ingeschoven… Voor de helft… Want de ‘zee van ruimte’ bleek minder ruim dan gedacht. Hij gromde. Liep rood aan. Zuchtte geïrriteerd. Zij durfde niets te zeggen, hield krampachtig de vaasjes vast. Doos weer uit de auto. Andersom… Maar daar werd de doos niet kleiner van en de achterbak niet groter. Diagonaal. Hij ging er wel iets verder in, maar dan paste de rest niet…. Hoewel ik het best een uurtje had kunnen uithouden op het bankje op de parkeerplaats, heb ik mijn achterklep gesloten en ben ik naar huis gereden. Kind had trek in een boterham. Meneer, mevrouw, als één van u dit leest: hoe is het afgelopen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten